Minder loofdodingsmiddel en groeiregulatoren in aardappel en tarwe

Volledig onderzoeksrapport

Minder loofdodingsmiddel en groeiregulatoren in aardappel en tarwe

Foto: Mark Pasveer
Foto: Mark Pasveer

Over Crkls

In de afgelopen decennia is het landbouwkundig onderzoek in Nederland enorm versplinterd en uit elkaar gegroeid. En ja, boeren hebben vertrouwen in onderzoek, maar hun vertrouwen is niet onvoorwaardelijk. Ook sluit het onderzoek niet altijd goed aan op de urgente problemen waarmee boeren worstelen in de praktijk.


De initiatiefnemers van Crkls: Misset Uitgeverij, BO Akkerbouw, Wageningen University & Research, Aeres Hogeschool en Groen Kennisnet willen hier wat aan doen voor een toekomstbestendige landbouw in Nederland die nu voor grote uitdagingen staat.


Het kennisplatform Crkls wil het kaf van het koren scheiden en bewezen kennis gemakkelijk vindbaar maken voor boeren op een plek. De resultaten van alle onderzoeken en praktijkproeven in Nederland worden verzameld en door een onafhankelijke redactie beoordeelt en op een uniforme en compacte wijze gepubliceerd.


Meer over Crkls

Ga naar de inhoud

Onderzoeksinstituut: Wageningen University & Research

Locatie: Nederland

Periode: van 2013 tot 2015

Gefinancierd door: Diverse partijen verenigd in IJKakker

Status onderzoek: Afgerond

Bodemsoort: Zand, klei en dalgrond

Betrouwbaarheidsscore:

Toelichting bekijken

Ja(a)r(en) van onderzoek:

1

2

3

4

4+

Statistische onderbouwing:

Het onderzoek is niet statistisch onderbouwd.

Herhalingen:

Ja

Betrouwbaarheidsscore onderbouwing

Het onderzoek is meerjarig uitgevoerd met herhalingen. De resultaten bevatten geen statistische onderbouwing. Het is daarmee betrouwbaar.

De reductie van loofdodingsmiddel en groeiregulatoren lag met de Variabel Rate Application (VRA-) doseertechniek tussen de 0 en 80%. De technische performance en bedrijfszekerheid van de VRA-doseertechniek waren voor beide doeleinden redelijk of goed. Echter bij veel onkruidgroei in het aardappelperceel dient het uitgangspunt in de vaste dosering voor loofdoding hoger te zijn (risicobeperking). Het gevolg is een lagere reductie in absolute zin.

Conclusies

  • In praktijkproeven in 2013 was de reductie 27% en 36% van de loofdodingsmiddelen door variabel doseren in vergelijking met vaste dosering (met behoud van goed resultaat).
  • In praktijkproeven in 2014 was de reductie van loofdodingsmiddel 25% op vaste dosering van 1 liter per hectare (Laag risico) en 64 tot 78% reductie op vaste dosering van 3 liter per hectare (Hoog risico) door variabel doseren in vergelijking met vaste dosering (met behoud van goed resultaat).
  • In praktijkproeven in 2013 en 2015 was de reductie 0 tot 5% van de groeiregulatoren door variabel doseren in vergelijking met vaste dosering (met dezelfde opbrengsten in beide tarwerassen).
  • In praktijkproeven in 2014 was de reductie 35 tot 40% van de groeiregulatoren door variabel doseren in vergelijking met vaste dosering (met dezelfde opbrengsten in beide tarwerassen).

Samenvatting

Variabel doseren levert besparing op in middelverbruik. Dit betekent dalende emissies, minder milieubelasting en minder risico voor de volksgezondheid. Naast minder gewasschade door overdosering, zijn de kosten lager en blijven meer middelen toelaatbaar onder de huidige wetgeving.

Lees meer

Doel (deel)project

Bijdragen aan het optimaliseren van een sensor-adviesdienst voor variabel doseren (op basis van biomassasensoren) voor loofdoodmiddelen en groeiregulatoren met een minimale reductie van 20% (voortbouwend op de opgedane praktijkkennis).

Methode

  • Praktijkproeven 2013 en 2014 met variabel doseren van loofdodingsmiddel in zetmeelaardappelen, rassen Seresta, Novano, Altus, Festien.
  • Praktijkproeven 2013, 2014 en 2015 met variabel doseren van groeiregulatoren in winter- en zomertarwe, rassen Delmare, Tabasco, Trappe, Henrik

Gebruikmakend van: satellieten en drones voor remote sensing van biomassa, biomassa-sensoren, beslisregels voor variabel doseren, weeradviessystemen, spuittechniek voor plaatsspecifiek doseren.

Resultaten

  • VRA resulteerde in een aardappelgewas dat voldoende ver was afgestorven om mechanisch geoogst te worden op het geplande moment.
  • In het algemeen was het tarwegewas in de proeven kleiner door de variabele toepassing van groeiregulatoren dan de onbehandelde planten en iets groter dan de planten met de vaste dosering. Het gewas met VRA en vaste dosering waren hierdoor minder gevoelig voor legering en stormschade.

Aanvullende informatie

Rapport: Evaluatie van NPPL-toepassingen Variabel loofdoden 2018-2020 Jits Riepma & Corné Kempenaar, april 2021

Het gaat hier om een IJKakker-project. IJKakker is een consortium van bedrijven, kennisinstellingen en lagere overheden die nieuwe precisielandbouwdiensten willen ontwikkelen vanuit het IJKakker-concept. IJKakker staat voor een database van zand-, klei- en dalgrondpercelen met ruimtelijke en temporele variatie van belangrijke bodem- en gewasparameters.

Impactscore

Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een korte toelichting.

Gebruik chemische middelen

Minder

Variabel doseren levert besparing op in middelverbruik ten opzichte van een vaste dosering.

Kosten

Minder

Variabel doseren levert besparing op in middelverbruik en daardoor ook besparing in de kosten voor middelen.

Betrouwbaarheidsscore:

Het onderzoek is meerjarig uitgevoerd met herhalingen. De resultaten bevatten geen statistische onderbouwing. Het is daarmee betrouwbaar.

Tags

Aardappelen

Gewasbescherming

Precisielandbouw

Tarwe

author_image

Auteur

Annelies Beniers