In de afgelopen decennia is het landbouwkundig onderzoek in Nederland enorm versplinterd en uit elkaar gegroeid. En ja, boeren hebben vertrouwen in onderzoek, maar hun vertrouwen is niet onvoorwaardelijk. Ook sluit het onderzoek niet altijd goed aan op de urgente problemen waarmee boeren worstelen in de praktijk.
De initiatiefnemers van Crkls: Misset Uitgeverij, BO Akkerbouw, Wageningen University & Research, Aeres Hogeschool en Groen Kennisnet willen hier wat aan doen voor een toekomstbestendige landbouw in Nederland die nu voor grote uitdagingen staat.
Het kennisplatform Crkls wil het kaf van het koren scheiden en bewezen kennis gemakkelijk vindbaar maken voor boeren op een plek. De resultaten van alle onderzoeken en praktijkproeven in Nederland worden verzameld en door een onafhankelijke redactie beoordeelt en op een uniforme en compacte wijze gepubliceerd.
Het onderzoek is eenjarig uitgevoerd met herhalingen. De resultaten bevatten een statistische onderbouwing. Het is daarmee betrouwbaar.
Witte lupine kan (in de biologische landbouw) een aanvulling voor eigen eiwitproductie zijn. Er zijn in 2021 vijf rassen witte lupine onderzocht op opbrengst en kwaliteit. De opbrengst viel tegen, de voedingswaarde was OK. Twee rassen waren vanwege te hoog alkaloïde gehalte niet geschikt voor voeding.
Conclusies
Door natte zomer 2021 was er veel vegetatieve groei en beperkte zaadvorming, daardoor gemiddeld slechts 1,4 ton/ha
Hoogste opbrengst bij Amiga en Celina (resp. 1,8 en 1,7 ton/ha). Het ras Estoril had veel vegetatieve groei en een lage opbrengst van 0,7 ton/ha
Het eiwitgehalte was bij alle rassen nagenoeg gelijk, met een VEM waarde van 1300
De rassen Celina en Frieda hadden de hoogst gemeten alkaloïdewaarden, net boven de grens die ze toelaten als voeding.
Samenvatting
In de zoektocht naar een hoger eigen eiwitproductie in de biologische landbouw, is een experiment opgezet om vijf rassen van witte lupinen te onderzoeken. De rassen waren gekozen met verschillen in aanmaak van bloemtrossen en tolerant voor de ziekte anthranose (brandvlekkenziekte).
Lees meer
Teeltomstandigheden
Bij het zaaien zijn alle rassen behandeld met het bacteriepreparaat RhizoFix. Na zaai is om wildschade te voorkomen het veld afgedekt met een net. Toen de planten voldoende groot waren is dit net weggehaald, maar is wel rondom het perceel een elektrisch schriknet geplaatst.
Het was een nat teeltseizoen, met hoge onkruiddruk. Er is vijfmaal gewied met een wiedeg en een keer handmatig gerolschoffeld. Het natte seizoen gaf ook een sterke vegetatieve groei, met name het ras Estoril waar een slechte peulzetting werd gemeten. Er trad ook legering op. Er is geen aantasting van brandvlekkenziekte gevonden. Wel is bij alle rassen roest gevonden, maar het had geen invloed op de groei. Door de slechte teeltomstandigheden wordt wel overwogen om de proef in 2022 te herhalen.
Opbrengst
Alle rassen zijn op dezelfde dag geoogst, niet alle bonen/peulen waren volledig rijp. Na drogen tot 15% was de opbrengst gemiddeld 1,4 ton/ha, niet erg hoog.
Voederwaarde
De ruwe eiwitopbrengst was gemiddeld 35,3%, met geringe verschillen tussen de rassen. Dit geringe verschil is dan ook in de VEM te zien.
Alkaloïde
In de zaden van Amiga, Dieta en Estoril was het gehalte lager dan de norm. In de rassen Celina en Frieda was het gehalte (net) boven de norm. Echter het gehalte aan alkaloïde wordt naast het ras ook bepaald door de groei omstandigheden. Nog een reden om dit experiment in 2022 te herhalen.
Impactscore
Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten
direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik
van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een
korte toelichting.
Gebruik kunstmest
Minder
Voor de teelt van lupine is geen stikstofkunstmest nodig.
Gewasopbrengst
Minder
De opbrengst is niet erg hoog.
Betrouwbaarheidsscore:
Het onderzoek is eenjarig uitgevoerd met herhalingen. De resultaten bevatten een statistische onderbouwing. Het is daarmee betrouwbaar.