Uien en aardappelen meest kwetsbaar voor weersextremen
Extreme wateroverlast - Foto: Bert Jansen
Over Crkls
In de afgelopen decennia is het landbouwkundig onderzoek in Nederland enorm versplinterd en uit elkaar gegroeid. En ja, boeren hebben vertrouwen in onderzoek, maar hun vertrouwen is niet onvoorwaardelijk. Ook sluit het onderzoek niet altijd goed aan op de urgente problemen waarmee boeren worstelen in de praktijk.
De initiatiefnemers van Crkls: Misset Uitgeverij, BO Akkerbouw, Wageningen University & Research, Aeres Hogeschool en Groen Kennisnet willen hier wat aan doen voor een toekomstbestendige landbouw in Nederland die nu voor grote uitdagingen staat.
Het kennisplatform Crkls wil het kaf van het koren scheiden en bewezen kennis gemakkelijk vindbaar maken voor boeren op een plek. De resultaten van alle onderzoeken en praktijkproeven in Nederland worden verzameld en door een onafhankelijke redactie beoordeelt en op een uniforme en compacte wijze gepubliceerd.
Onderzoeksinstituut:
Wageningen UR, Louis Bolk Instituut
Locatie:
Nederland
Periode:
van 1965 tot 2020
Gefinancierd door:
Wageningen UR
Status onderzoek:
Afgerond
Bodemsoort:
n.v.t.
Betrouwbaarheidsscore:
Toelichting bekijken
Ja(a)r(en) van onderzoek:
1
2
3
4
4+
Statistische onderbouwing:
Het onderzoek is statistisch onderbouwd.
Herhalingen:
Nee
Betrouwbaarheidsscore onderbouwing
Het onderzoek is meerjarig uitgevoerd en in herhalingen. Het onderzoek is statistisch onderbouwd. Het onderzoek is zeer betrouwbaar.
Uit historische weers- en opbrengstgegevens is gebleken dat uien, aardappelen, suikerbieten, en gras de meest kwetsbare gewassen zijn voor weersextremen. Wintertarwe en snijmais blijken robuuster.
Conclusies
De meest schadelijke weersextremen voor gewasopbrengsten zijn een extreem droge groeiperiode of een extreem natte oogstperiode.
Uien en gras zijn het meest kwetsbaar voor een extreem droge groeiperiode.
Aardappel, uien, en suikerbieten zijn het meest kwetsbaar voor een extreem natte oogstperiode.
Snijmaïs en wintertarwe zijn minder gevoelig voor weersextremen.
Samenvatting
Door klimaatverandering zullen weersextremen waarschijnlijk steeds vaker voorkomen. Deze studie onderzoekt welke weersextremen het meest schadelijk zijn voor de Nederlandse landbouw en welke gewassen het meest kwetsbaar zijn.
Lees meer
Weersextremen
Onderzoekers bekeken historische weers- en opbrengstgegevens van de afgelopen 27 jaar. Daaruit bleek dat een extreem droge groeiperiode of een extreem natte oogstperiode de meest opbrengstdervende weersextremen waren.
Extreme droogte
Uien en gras bleken het meest gevoelig voor droogte. Als het weer extreem droog is tijdens de groeiperiode, is de kans op een extreem lage uienoogst 39% hoger dan bij normaal weer. Voor gras is de kans dan 74% hoger. Gras is waarschijnlijk het meest gevoelig omdat het meestal minder beregend wordt.
Extreme natheid
Aardappels en uien bleken het meest gevoelig voor natheid. Bij extreem nat weer tijdens de oogst, is de kans op een extreem lage aardappelopbrengst 47% hoger dan bij gewoon weer (gemiddelde voor consumptie-, poot-, en zetmeelaardappelen). Voor uien en suikerbieten is de kans dan 26% hoger. Uien zijn dus gevoelig voor zowel extreme droogte als natheid.
Impactscore
Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten
direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik
van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een
korte toelichting.
Gewasopbrengst
Meer
Meer opbrengst is mogelijk. Kennis over risico’s van klimaatverandering kan boeren helpen in hun gewaskeuzes.
Betrouwbaarheidsscore:
Het onderzoek is meerjarig uitgevoerd en in herhalingen. Het onderzoek is statistisch onderbouwd. Het onderzoek is zeer betrouwbaar.